18 juli 2009
omringd door onze liefde en geborgenheid kwam ons lief klein zusje in ons huiselijk nestje ter wereld ...
Geert en Leen Bekaert-Van Hee zijn haar papa en mama
Wannes (°01) en Heike (°03) zijn haar grote broer en zus
Marjan Delaere en Dirk Dobbelaere zijn haar lieve meter Janneke en peter Dobbie

mama houdt voor jullie deze blog bij

-

de blog is nog in wording....

omdat ik pas in augustus 2010 de kracht vond om aan deze blog te beginnen, is mijn verhaal onvolledig.
ooit wordt dit verhaal wel een volledig geheel, nu zijn er echter heel wat berichten waar niets in geschreven staat

in december 2010 kregen wij verrassend goed nieuws - zoooo verrassend goed, dat we er ook weer even niet goed van waren en ervan moesten bekomen ...
sindsdien is mijn blog op een heel laag pitje komen te staan - ik schrijf maar weinig meer, maar ooit neem ik de draad wel weer op ...
even geduld dus...


deze berichten schreef ik recent of vulde ik recent aan ...

mei 2011 :
op 6 juli 2011 ... precies 1 jaar na de diagnose, organiseren we een benefiet voor het kinderkankerfonds - allen daarheen !

juni 2011 :
ons benefietconcert krijgt aandacht van het nieuwsblad ...


hieronder lees je de tekst van mijn berichten

hiernaast staat het archief van wat ik eerder al schreef.
de berichten worden per maand geklasseerd.
klik op de maand en dan op de titel van een bericht, en je leest de bijhorende tekst hieronder...

daar stonden we dan ...

… innig omarmd met Martje tussen ons in.

Alsof we ons probeerden recht te houden in een onwezenlijke storm, klampten we ons aan elkaar vast, terwijl een tsunami aan gevoelens ons overspoelde …

Wat overkwam er ons in godsnaam?
Waarom toch?
Waarom bij ons, waarom met Martje?
Hoe kan dit nu? Ze is nog zóó klein!
Hoe moest het nu verder met ons?
Wat zou er ons allemaal te wachten staan?
Zullen we dit wel aankunnen?
Wat met Wannes en Heike?
Wat met onze mama’s?
Wat met ons?
Neen , God, laat ons niet in de steek!


Ooit hadden we dit aan elkaar beloofd:
«Ik wil jouw tochtgenoot zijn op de vlakke weg van het alledaagse en de steile weg van het onverwachte. Elke minuut, elke seconde wil ik met je delen. Jouw vreugde wordt mijn vreugde en jouw verdriet wordt mijn verdriet. Voor eeuwig en drie dag wil ik van je houden.  - 1 mei 1998 - »

We hebben samen al heel wat vreugdevolle momenten mogen meemaken, zoals al 3 maal een zalige thuisgeboorte, maar nu, nu kregen we de andere kant van de medaille keihard tegen ons aangesmakt.

Eén ding stond meteen vast: we gaan er sámen voor!
We zullen elkaar dragen, hoe moeilijk het ook wordt!


Samen begonnen we aan een reeks telefoontjes waarbij we onze zussen en broers en enkele dichte vrienden op de hoogte brachten van dit verschrikkelijke nieuws.
Als eersten brachten we Martjes peter Dobbie en meter Janneke op de hoogte, daarna de rest van de familie. Iedereen was met stomheid geslagen…
Onze beide mama’s zijn niet meer van de jongsten, en hebben elk al hun deel gehad… maar dit, hoe zouden we hen dit vertellen … ?  We móesten het hen vertellen, maar in hemelsnaam, hoe?
Hadden ze nog niet genoeg te verduren gekregen?  Moest dit er nu ook nog eens bij?
Gelukkig hebben we zussen en broers, die met de nodige omzichtigheid deze moeilijke taak van ons wilden overnemen… bedankt schatten !


Omdat Geert en ik christelijk zijn, zijn wij 12 jaar geleden ook heel bewust kerkelijk gehuwd.
Onze kinderen willen we ook in die idee opvoeden, en dus zijn Wannes en Heike ook gedoopt.
Ons eigen huwelijk en de beide doopvieringen hebben Geert en ik steeds met heel veel zorg voorbereid.
Voor de vieringen hebben we telkens een boekje gemaakt, met daarin telkens heel zorgvuldig gekozen teksten.
Ook aan Martje wilden we een heel bewuste en zinvolle doopviering schenken, maar door omstandigheden, was deze viering al een aantal keren uitgesteld.

Toen we ons realiseerden dat Martje een hele zware strijd te wachten stond, dachten we er ook onmiddellijk aan dat zij nog steeds niet gedoopt was.
Dit idee deed ons heel veel pijn… we wilden ons kind zo graag die extra kracht meegeven, maar de tijd was beperkt, morgen al, begon het voor haar ...
Áls we haar nog wilden dopen, dan zou dit wel nog deze avond moeten gebeuren, …
Maar, zou onze pastoor dit wel kunnen of willen doen? Het is immers zo onverwacht, en al zo laat op de avond …?


De eerste telefoontjes naar onze pastoor mislukten  – geen antwoord , niet thuis …
Wat nu? Wat moeten we nu doen? Er spookte zoveel door ons hoofd, dat het heel moeilijk was om koel en rationeel te denken, te organiseren, te improviseren…
Maar toch, uiteindelijk wist de directeur van de school van Wannes en Heike de pastoor te bereiken….  waarvoor we haar ongelooflijk dankbaar zijn!
En ja, hij was op dit ogenblik niet thuis, maar van zodra hij thuiskwam, zou hij ons komen opzoeken,  en ja, hij zag het zitten om Martje nog deze avond te dopen !!
Een zucht van verlichting en grote dankbaarheid geen door ons heen…


Snel, snel brachten we haar peter Dobbie en meter Janneke op de hoogte. Ze hadden het zich waarschijnlijk ooit anders voorgesteld, maar toch waren ze allebei onmiddellijk bereid om naar Meulebeke te komen, zodat we Martje alsnog konden dopen. 
Ook de rest van de familie werd op de hoogte gebracht…

We hadden echter één probleem, peter Dobbie en tante Magda zijn verwoede  (wereld)fietsers, en hebben hierdoor hun auto van de hand gedaan…
Met een auto sta je gauw in geen tijd waar je wil, maar met een fiets doe je er toch wel steeds wat langer over… nu bleek dat zij op dat ogenblik in Gent waren… wat nu?
Toeval of niet? Nonkel Luc en tante Rose-Mie wonen in Deinze…
En ja hoor, nonkel Luc was onmiddellijk bereid om peter Dobbie te gaan oppikken …
Het gaf me een fijn, warm gevoel te mogen vaststellen dat onze twee families samenwerkten om Martjes doopsel alsnog te kunnen realiseren…


Nu waren onze broers en zussen en de kleinkinderen al op de hoogte, maar Wannes en Heike … zij waren nog steeds onwetend …
Hoe zou ik hen dit nieuws overbrengen?  Als een nerveuze vlieg die naar buiten wil, maar het venster niet ziet, botste deze vraag constant tegen mijn hersenen aan… het deed pijn, verschrikkelijk veel pijn, …. 
Rustig ademen, diep nadenken, me het gesprek voor de geest proberen te halen, woorden laten geboren worden,  flarden van zinnen aan elkaar breien … mijn geest stond op ‘fullspeed-superkwaltiteit-produktie ‘


Toen we bij ons huis aankwamen, mochten we constateren dat een groot deel van onze familie ons stond op te wachten…  deze warme thuiskomst deed ons goed.

Wannes en Heike zaten tv te kijken … officieel wisten ze van niets … (maar wat hadden hun gespitste oren al niet allemaal opgevist?)

Heike was heel blij toen ze mij terugzag, maar aan haar ogen zag ik dat ze onraad rook.
Ook Wannes voelde dat er iets niet pluis was, want hij was verdacht diep ‘in zijn tv gekropen ‘…
Ik ging bij hen zitten, en begon (innerlijk bevend - uiterlijk de rust zelve) aan mijn verhaal…
Heel omzichtig, aftastend hoe ze zouden reageren, en mezelf zoveel mogelijk in bedwang houdend…
De exacte woorden kan ik hier nu niet meer herhalen maar wat ik vertelde lag in deze lijn:
Dat de dokter vandaag gezien had dat die bol op Martjes oogje geen muggenbeet of een buil van te vallen was. Dat hij gezien had dat het geen gewone bol was. Dat er in Martjes buik een grote bol zat die andere kleine bolletjes  bijgemaakt had, waaronder ook die bol op haar oogje.  Dat het een stoute bol was, waardoor Martje nu eigenlijk heel ziek was. Maar dat de dokter in Roeselare al naar zijn vrienden van een ziekenhuis in Gent had gebeld. Dat ze samen zouden proberen om Martje te genezen. Dat mama en papa morgen met Martje naar het ziekenhuis in Gent moeten gaan om Martje ook aan die andere dokters te tonen, zodat ze ook konden kijken en denken hoe ze Martje zouden kunnen genezen. Dat Martje nu wel voor een lange tijd in dat ziekenhuis in Gent zou moeten blijven, omdat het waarschijnlijk niet gemakkelijk zou zijn om Martje te genezen. Dat mama bij Martje zou blijven  in het ziekenhuis, en dat papa thuis zou blijven om voor hen te zorgen.
Dat we straks ook nog naar de kerk zouden gaan om Martje nog te dopen en om aan de goede God te vragen om Martje sterk te maken, zodat ze zou genezen.

Ook al zijn het nog in wezen ‘kleine’ kinderen (7 en 9 jaar) toch zag ik dat ze begrepen dat het ernstig was.

Wannes:
Martje is zijn oogappel. Hij heeft haar letterlijk zien geboren worden, hij wou dit zelf meemaken en hij is toen zó sterk geweest.  Hij is niet van haar weg te slaan... en nu zou hij haar voor lange tijd niet meer zien…  
Mijn hart bloedde  .. naast mijn verdriet om Martje, voelde ik zijn onmacht. Hij had énorm veel verdriet, maar hij kon het niet naar buiten laten vloeien, dus sloot hij zich van de buitenwereld af en kroop zo diep hij kon  ‘ in zijn tv ‘.  Voor een buitenstaander leek het waarschijnlijk alsof hij koel en ongevoelig reageerde, maar de waarheid was net het tegenovergestelde… er ging vanalles door hem heen, zijn denkertje sloeg op hol en zijn gevoelens raasden ongecontroleerd door zijn lijfje. 

Heike :
Een kloon van mezelf, zowel uiterlijk als innerlijk … super gevoelig en met een hoofd vol vragen, dat nooit stopt met denken. Ze zocht mijn warmte, mijn veiligheid en wilde een knuffel, huilde en begon onmiddellijk met het stellen van allerlei vragen. Een na een probeerde ik ze te beantwoorden, in een bewoording waarvan ik hoopte dat ze die zou begrijpen.

Terwijl ik met Wannes en Heike aan het praten was, kwam ook meneer pastoor binnen.
Ik zag dat hij het ook wel wat moeilijk had om de juiste woorden te vinden, maar toch lukte het om een gesprek op gang te brengen.
Ik vertelde de diagnose en  zei hem dat we morgen  in het uz in Gent verwacht werden.
Dat we op dit ogenblik niet wisten voor hoelang ze naar daar ging, en of we ze ooit nog zouden kunnen terug meebrengen naar huis.
Meteen ook vroeg ik hem nog eens of hij het zou zien zitten om Martje nog vandaag te dopen. En ja, hij was daar nog steeds toe bereid. 
Hij had ongetwijfeld al een lange dag achter de rug, en toch wilde hij zonder enige twijfel dit nog doen …  Je kan niet indenken hoe dankbaar wij hem daarvoor zijn !



Om 21.30 uur is Martje gedoopt – ja zo laat was het toen al.
Het was een mooie viering, van ongeveer een 30 minuten (tussen 21.15 uur en 21.45 uur -  geconstateerd op de polshorloges, op de foto’s van nonkel Luc)
Meneer pastoor heeft er echt iets moois van gemaakt! Ondanks onze gemengde gevoelens, hebben we er toch kunnen van genieten.
En Martje, die zette er nog een toontje bovenop: alsof ze ons wou zeggen dat alles met haar goed zou komen, plensde ze met haar handjes in het doopwater, dat het een lieve lust was. Iedereen móest er gewoon om lachen, eer je nu zin had of niet, eer je verdriet had of niet, zij vond dat doopwater toch zóóó leuk, en had er plezier mee voor drie. Iedereen werd nog eens door Martje zelf herdoopt…
Haar mouwtjes van haar pulleke waren dan ook kleddernat, maar ach,  dat vonden we helemaal niet erg!






Terug thuis heeft Geert zich ‘ontfermd’ over de familie:  heeft hij hen nog een glaasje wijn aangeboden, om  alles toch nog een beetje een feestelijk karakter te geven.
Ik heb me met Wannes en Heike bezig gehouden, om hen in bed te stoppen.
Een poging tot ‘normaal’ avondritueel gestart, maar uiteindelijk in een lang intens gesprek met hen beland.
Een gesprek met weer heel wat vragen en pogingen tot antwoorden, vragen waarop ook ik soms het antwoord schuldig moest blijven, omdat ik ook nog niets meer wist, en zelf ook nog met heel wat vragen in mijn hoofd rondliep.

Er waren er (verdorie) heel gevatte vragen bij.
Zo ook dé vraag:
” Heeft Martje dan kanker,  zoals die en die en die … ? “
En,
 “ Gaat Martje nu ook dood gaan ??? ”  

Wat was daar op dit ogenblik het goede antwoord op?
Ik ben gewoon heel eerlijk met hen geweest, en heb hen verteld dat Martje inderdaad kanker heeft, maar dat ik het zelf niet wist of ze zou sterven, maar dat het misschien wel kon. Dat de dokter gezegd had dat hij en zijn vrienden alles zouden proberen om Martje te genezen, zodat ze niet zou dood gaan. Dat het juist daarom was dat Martje nu voor lange tijd in het ziekenhuis zou moeten blijven, zodat ze speciale medicamentjes (chemo) kon krijgen die die stoute bol in haar buik en op haar oogje zouden kapot maken. Dat ze dan wellicht niet zou dood gaan, maar wel zou genezen. Dat niet iedereen die kanker heeft, sterft … gestaafd met enkele personen die Wannes en Heike kennen.
Dat het wel zou kunnen zijn dat Martje door de medicamentjes eerst nog veel zieker zou worden en dat ze haar haartjes zou verliezen, en ze veel zou moeten overgeven, maar dat die medicamentjes er uiteindelijk wel zouden voor zorgen dat ze geneest, en dat haar haartjes dan wel terug zouden groeien.

Kinderen zien er in onze ogen vaak nog heel klein uit, en we houden zo veel van ons klein poppemieke en onze kleine janneman, maar of ze dat vanbinnen nog wel zijn, … dat is dé vraag …


Ik was er even stil van en moest het even laten bezinken… mijn kinderen zijn verdorie niet van gisteren…



Geen opmerkingen:

Een reactie posten